|
||||||||
|
ls er al één plaat is, waar ik naar uitkeek, sinds ik een paar maanden geleden hoorde dat ze eraan kwam, dan wel deze. Dat heeft zo zijn redenen: Si Kahn is namelijk, in mijn wereld, één van de belangrijkste folk-artiesten van de voorbije decennia., die makkelijk naast namen als Pete Seeger en Woody Guthrie geplaatst mag worden, maar om onbegrijpelijke redenen veel minder bekend is. Ik zag de man ooit aan het werk in Toogenblik in Haren en ik moet zeggen dat dat concert een indruk naliet, die nog maar zelden overtroffen werd. Dat heeft alles te maken met de authenticiteit en de overtuigingskracht van de man, toen in zijn laten vijftiger jaren. Recent, op 2 april 2024, werd Kahn 80 en dat leek -en was- de perfecte aanleiding voor deze plaat, die de heel toepasselijke titel “A tribute to hardworking people everywhere” meekreeg. Nu heb ik er zelf een hele loopbaan van vakbondswerk op zitten en het zal u dus niet verbazen dat de liedjes van Si menigmaal de soundtrack waren bij acties allerhande en dat ik er mij dus sterk mee verbonden voel. Ik besef beter dan wie ook dat vakbonden vandaag nauwelijks nog als belangrijk aangezien worden, hoewel ze, naar mijn mening, belangrijker zijn dan ooit, nu vanuit alle hoeken de aanval ingezet is op de moeizaam verworven rechten. Dat gebeurt dan wel steevast vanuit dieken die bevolkt worden door mensen die denken dat zij boven al dat gewoel staan en die ter wereld gekomen zijn met een rugzakje volmet rechten, die door de vorige generaties, met veel moeiten verworden werden. Men schijnt vandaag te denken dat die rechten in steen gebeiteld zijn, maar het is een kwestie van tijd, voor we met z’n allen terug 60 of 80 uren per week gaan werken en met één vingerknip onze job kunnen verliezen. Maar ik wil hier geen vakbondsmanifest van maken: hier gaat het om de muziek van Si Kahn, een mens die, zo blijkt, honderden liederen geschreven heeft, die nooit uitgebracht werden. Oorspronkelijk was het opzet om dit eerbetoon een drievoudige insteek te geven: het is precies vijftig jaar geleden dat Kahn met de medewerking van enkele jonge vrienden het intussen klassiek geworden album “New Wood” uitbracht. Die plaat sloeg onmiddellijk aan en op dit eerbetoon zouden enkele van de nummers van “New Wood” een remake krijgen. Daarnaast zouden een aantal artiesten aan bod komen, die ooit songs van Kahn gecoverd hebben en ten derde zou een selectie van onuitgegeven nummers voor het eerst het grote daglicht zien. Al gauw merkte George Mann, al jarenlang bevriend met Kahn, dat hij het roer moest omgooien: de onuitgegeven nummers van Si, zouden algauw niet één CD, maar een heuse box beslaan en als het erop aan kwam covers in de kijker te stellen, kwam hij er ook achter dat Kahn’s songs letterlijk honderden keren gecoverd werden. De grote opdracht was dus dat allen tot 21 titels te herleiden. Titanenwerk, me dunkt, maar kijk, de plaat is er, dankzij de onvermoeide input van het Nederlandse Strictly Country Records van Pieter Groenveld, een man met een onfeilbaar geheugen en een archief om meer dan een beetje jaloers van te zijn. In de categorie “reprises van “New Wood””, komen we uit bij “Aragon Mill”, waarop Peggy Seeger -noblesse oblige- verschijnt, “Gone Rise Again”, in de versie van Michael Jonathon en Odetta, “Lawrence Jones”, door Kathy Mattea, en Truck Driving Woman” van Cathy Fink/Marcy Marxer. Daarnaast is er het geweldige “Lail Can’t Hold my Body Down” van Vivian Nesbitt/John Dillon, die al jaren toeren met Si’s musical “Mother Jones in Heaven”. Er is een heerlijke Billy Bragg-song met “We’re the Ones”, waarin de mensheid er fijntjes aan herinnerd wordt dat het niet diegenen zijn, die hun gezondheid opofferen om dingen te produceren, die er ook de torenhoge winsten van binnenrijven.. Dit is een plaat met een boodschap en die boodschap blijft meer dan ooit actueel en -voor u mij van communistische sympathieën beschuldigt- ze geeft, als je goed luistert, een heel knap overzicht van de sociale geschiedenis van de Verenigde Staten en bij uitbreiding van de arbeidersbewegingen wereldwijd. Zoiets noemen we doorgaans “erfgoed” en we doen er goed aan dat met het nodige respect te bejegenen. Voeg daar aan toe dat en ook bijzonder fraai gemusiceerd wordt, door mensen als Cathy Fink, Tom Rozum, Mike Auldridge, Pete Kennedy -om slechts die te noemen plus de vaststelling dat de afsluitende “Paople Like You” van draaischijf George Mann op zich al de moeite van de aanschaf loont en u weet waar ik naartoe wil: dit is een must-have plaat voor iedereen die weet hoe een werkmens eruit ziet en die daarenboven van goeie folkmuziek houdt. (Dani Heyvaert)
|